Een aantal zaken heeft de pup in het nest meegemaakt maar verdere training en socialisatie
liggen bij zijn nieuwe baas. Bedenk daarbij dat alles spelenderwijs moet worden aangeleerd.
Een goede band met de hond bereik je alleen door een consequente opvoeding en veel met
hem bezig te zijn (zie trainingen).

Als de pup van u iets niet mag, dan mag dat ook niet van een ander lid uit het gezin. Als de pup
nu op de zitbank mag, dan mag dat ook als de pup volwassen is geworden. Als hij het bezoek nu
mag begroeten met springen en geblaf, dan mag dat ook later en bij iedereen (ook als de nette
kleding gedragen wordt).Wat de pup tijdens zijn jonge leven (tot ongeveer 8 weken) in het nest
meemaakt noemen we de primaire socialisatie. In de primaire socialisatie ofwel inprentingsfase
leert de pup van nature omgaan met soortgenoten. Daarnaast zal hij ook moeten wennen aan
situaties en zoveel mogelijk verschillende omstandigheden. Contact met mensen tijdens deze
periode is voor de ontwikkeling van de pup van groot belang.

Tijdens de secundaire socialisatie (8-12 weken) leert de hond interactie te hebben met zijn
omgeving. Alle prikkels, prettig of niet, zijn van blijvende aard. Niet genoten prikkels kunnen
moeilijk ingehaald worden. Verder wordt de eerste periode herhaald.
Na de secundaire periode
volgt de
Juveniele periode. Het omvat de rangorde- en samenwerkingsperiode. Deze periode duurt
tot de sexuele rijpheid van de hond.