Hoewel uw hond in principe dag in dag uit dezelfde (complete) voeding kan eten, willen sommige mensen hun hond
toch af en toe iets anders voorzetten. Daarvoor zijn er verschillende soorten (semi-)verse vleesproducten verkrijgbaar
zoals pens, hart en dergelijke. Maximaal eenmaal per week een maaltijd vervangen door deze producten kan
geen kwaad. Rauw vlees lijkt het meest op de natuurlijke voeding van de hond. Geef een hond echter nooit rauw
varkensvlees, aangezien hij hierdoor de ziekte van Aujeszky kan oplopen die over het algemeen bij honden een
dodelijke afloopt heeft. Vlees met botten kan ook een gevaar opleveren. Zo kunnen kippen- en karbonadebotten
splinteren. Deze scherpe stukjes kunnen schade aanrichten in de darmen.

Als u door omstandigheden moet overschakelen naar een andere voeding doe dit dan met een
overgangsfase. U kunt de oude soort voeding verhoudingsgewijs vermengen met de nieuwe te
geven voeding. Door iedere dag de verhouding te wijzigen en er voor te zorgen dat de hond steeds
meer van de nieuwe voeding krijgt zal het beter verdragen worden. Uiteraard is het zo dat een
voorschrift van de dierenarts prevaleert. Als bij het wisselen van voeding, omdat dit nodig was,
uw hond zich niet prettig voelt overleg dan met de dierenarts wat u het beste kunt doen. Elke goede
fokker geeft u voer en een voedingslijstje mee als u de pup komt ophalen. Het is verstandig de
eerste periode dit voedingsschema en voersoort aan te houden voor uw pup. Het afscheid en van
zijn moeder en vertrouwde omgeving gaat gepaard met stress, waardoor de pup vatbaarder wordt
voor maagproblemen. Wisseling van voer zal deze problemen nog verder kunnen vergroten.

Tekst uit: Drentsche Patrijshond, Diana v. Houten